‘Advent’ komt van het Latijnse woord ‘adventus’. Dat betekent ‘komst’. Advent is een periode waarin christenen toeleven naar het kerstfeest. Bij het kerstfeest denken we aan de geboorte van de Heere Jezus. Advent begint vier zondagen voor kerst. Het is een tijd van voorbereiding en uitzien.
In de kerk wordt er gepreekt over het uitzien naar de komst van Jezus.
In de winkels zijn adventskalenders te koop. Elke week of dag mag er een venstertje geopend worden in de periode voor kerst. Oorspronkelijk was de kalender bedoeld als een voorbereiding op het christelijke feest met bijvoorbeeld een Bijbeltekst achter elk luikje. In veel huizen hangt een adventsster. Het doet ons denken aan de bijzondere ster die aan de hemel stond bij de geboorte van Jezus. U kent misschien ook de adventskrans; een krans van dennengroen waarin vier kaarsen staan. Elke zondag tot kerst wordt er een kaars meer aangestoken. De ster en het kaarslicht wijzen naar de komst van Jezus.
Jezus zei het over Zichzelf: Ik ben het Licht van de wereld. (Johannes 8 vers 12, klik op de Bijbel om de tekst te openen)
Advent; uitzien naar de komst van Jezus
- Deel 1 Advent; wat is het?
- Deel 2 Advent; wat heb je eraan?
- Deel 3 Advent; moet ík daar dan iets mee?
- Deel 4 Advent; aftellen en uitzien.
Elke week zullen we een nieuw deel plaatsen.